Nieuwe regelgeving voor de invoer van goederen via de Nederlandse havens
Voorkom vertraging na 1 oktober 2021 door de inzet van het Container Vrijgave Bericht. De regel in kwestie heet het Container Vrijgave Bericht (CVB) maar wat zijn nu concreet de stappen die een importeur of vertegenwoordiger moet nemen?
Hoe ging het tot 1 oktober?
Goederen die worden gelost in een Nederlandse haven moeten bij de Douane worden ‘aangebracht’. Hiervoor moet op het moment van aanbrengen een aangifte tot tijdelijke opslag (ATO) worden gedaan. Goederen moeten zijn aangebracht voordat de Douane toestemming geeft tot lossing van de vermelde goederen. De rederij/cargadoor/terminal is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van deze ATO.
De douane raad aan om dit tijdig in te dienen om vertraging te voorkomen. Voor containervaart is dit bijvoorbeeld 72 uur voor aankomst in de haven van lossing. Als de aangifte tot tijdelijke opslag tijdig bij het douanekantoor van aankomst is ingediend dan wordt, tenzij er een controle moet plaatsvinden, toestemming tot lossing verleend. Als de aangifte tot tijdelijke opslag niet tijdig wordt ingediend wordt pas toestemming tot lossing verleend nadat de controle heeft plaatsgevonden.
De goederen zullen na lossing in een tijdelijke opslag worden geplaatst. Tot dat ze een goedgekeurde en aangewezen verblijf plaats krijgen van de douane. Na de definitieve douane bestemming krijgen de goederen een nieuwe douaneregeling zoals “in het vrije verkeer” of “douanevervoer/weder vervoer”. De douane noemt dit “nadere aangifte”, zodra goederen hieronder vallen kunnen ze worden afgehaald.
In het huidige systeem wordt niet gecontroleerd of de ATO overeenkomt met bijvoorbeeld een invoeraangifte. Hierdoor komt er veel informatie niet overeen tussen de documenten. Het gevolg hiervan kost veel extra werk en een risico op boetes.
Wat wordt de nieuwe werkwijze na 1 oktober 2022
In alle Nederlandse havens wordt stapsgewijs het Container Vrijgave Bericht (CVB) door de Douane ingevoerd. Dit bewijs gaat gegevens van de ATO controleren met gegevens uit de invoer aangifte voor niet EU-goederen waarvoor de importeur of zijn vertegenwoordiger verantwoordelijk is, dus de “nadere aangifte”. Kloppen deze gegevens niet dan wordt de aangifte afgekeurd en de container niet vrijgegeven. Naast de CVB-controle is het ook zo dat een definitieve aangifte niet meer voor het moment van aankomst schip (ATA) gedaan kan worden.
Een indiening voor het ATA moment of een afwijking van de ingediende gegevens ten opzichte van de ATO zal dus een afkeuring van de aangifte tot gevolg hebben, waardoor de lading niet kan worden meegenomen.
Een nieuwe werkwijze; De vooraf-aangifte
De douane biedt de mogelijkheid de nadere aangifte als een vooraf-aangifte in het aangiftesysteem (AGS) te doen. Dit is vergelijkbaar met een normale aangifte, maar kan al dertig dagen voordat de goederen aankomen worden gedaan. Na aankomst in de haven moet de importeur alleen nog een aanvullend AGS aanbrengbericht verzenden. Hierna worden de goederen vrijgegeven en kunnen ze afgehaald worden.
Wat nu?
Door gebruik te maken van de vooraf-aangifte voorkom je eventuele vertragingen. De gegevens worden al van tevoren gecontroleerd en er is zekerheid van vrijgave van container bij aankomst.
Het is van belang dat de aangifte voor tijdelijke aangifte (OTA) en die voor nadere aangifte met elkaar overeenstemmen. Soms bestaat er onduidelijkheid over wat nu exact het nummer van de voorafgaande regeling is. Neem dus tijdig contact op met degene die de aangifte voor tijdelijke opslag heeft gedaan, zodat beiden aangiften overeenstemmen.