Nevi: productie en vraag in de industrie nemen het meest af in meer dan twee jaar
De productie van en de vraag naar industriële goederen in de Nederlandse industrie zijn vorige maand het sterkst gedaald sinds de beginfase van de coronacrisis. Dat concludeert de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi), die maandelijks onderzoek doet naar de bedrijvigheid in de sector. Volgens de cijfers zag oktober de grootste productiedaling sinds juni 2020. Ook het aantal nieuwe orders daalde tot het laagste niveau sinds mei van dat jaar. Niet alleen in Nederland, maar ook opdrachten uit het buitenland en opdrachten van industriële bedrijven zijn de laatste tijd afgenomen. Dit komt vooral door de hoge energieprijzen. Ook de economische vooruitzichten zijn onderhevig aan grote onzekerheid. Daarom besteden zowel bedrijven als consumenten bijzondere aandacht aan hun uitgaven.
“De vraag naar fabrikanten daalt tegenwoordig sneller dan in 2001 toen de internetzeepbel uiteenspatte”, legt Albert Jan Swart, industrie-econoom bij ABN AMRO uit. “Sinds de publicatie van de Nevi Purchasing Managers’ Index in 2000, was de daling alleen sneller tijdens de crisis in 2009 en tijdens de lockdown aan het begin van de coronapandemie.” Swart merkt op dat de situatie aanzienlijk is veranderd sinds de eerste coronalockdown. Destijds floreerde de economie en waren tekorten aan onderdelen en capaciteit de grootste problemen. Nu is de situatie totaal anders. “Terwijl de vraag naar gefabriceerde producten keldert, verdwijnen materiaaltekorten als sneeuw voor de zon en beginnen ondernemers hun voorraden te verminderen.”
Nevi’s algemene operationele gezondheidsindex daalde van 49,0 in september naar 47,9. Met andere woorden, het is een aanzienlijke verslechtering. Swart zei echter dat de daling van de PMI lijkt te vertragen. Volgens hem zou dit kunnen betekenen dat de bodem nabij zou kunnen zijn. Hij benadrukte ook dat de werkgelegenheid in de industrie in oktober bleef groeien. Hij noemt dit een “duidelijk teken van vertrouwen”.